Vijf prominente voorbeelden die de weg effenen voor een circulaire economie
Het introduceren van natuurlijke materialen, het herbekijken van oude gebouwen en handel in grondstoffen. Dit zijn slechts enkele van de ontwikkelingen die nodig zijn om tot een circulaire economie te komen. Veel mensen zijn al bezig met dit soort systeemveranderingen. Duurzaam Ondernemen noemt vijf voorbeelden.
In 2050 is de Nederlandse economie circulair, dat doel legde het kabinet in 2016 vast in het Rijksbrede programma ‘Nederland Circulair in 2050’.
Transitie naar een circulaire economie
Een circulaire economie ontstaat niet van de ene op de andere dag. Het vraagt om een systeemverandering. Diegenen die nu al met de circulaire economie aan de slag gaan, merken dat het lastig is. “Omdat het een ontzettend complex, samenhangend systeem van businessmodellen is die nu allemaal werken. Als je daar een verandering in aanbrengt, dan valt er altijd wel ergens iets om. En dan is het ingewikkeld om die mammoettanker, de manier waarop wij werken, een klein bochtje te geven”, zegt architect Eric Frijters.
De transitie naar een circulaire economie vraagt bijvoorbeeld om het gebruik van hernieuwbare grondstoffen, andere manieren van omgaan met oude materialen en innovatieve bouwmethoden. DuurzaamBedrijfsleven zet vijf voorbeelden op een rij van mensen, bedrijven en projecten die bijdragen aan de transitie naar een circulaire economie in de vastgoedsector.
1. Bouwen met schimmels
De bouw is jaarlijks verantwoordelijk voor de helft van het grondstoffengebruik wereldwijd, terwijl slechts 1 procent van het aardoppervlak bestaat uit stedelijk gebied (3 procent van het landoppervlak). Dat moet anders, vindt Ehab Sayed, oprichter van Biohm. Sayed stelt dat het tijd is om, met de natuur als voorbeeld en zonder de aarde tekort te doen, de manier waarop we bouwen radicaal te veranderen.
‘Het is gewoon leren hoe de natuur werkt en daarop inspelen’
Met zijn start-up werkt Sayed aan nieuwe, natuurlijke bouwmaterialen, die een lage impact op het milieu hebben. Zo combineert Biohm voor het product Orb (Organic Refuse Biocompound) landbouw- en voedselafval met een organisch bindmiddel. Doordat er geen chemicaliën aan zijn toegevoegd, is het natuurlijke materiaal 100 procent biologisch afbreekbaar, veganistisch en zelfs eetbaar. Alleen raadt Sayed dat laatste niet aan. “Je breekt er je tanden op.”
Naast het veganistische plaatmateriaal ontwikkelt de Londense start-up ook biobased isolatiemateriaal. Daarvoor gebruikt Biohm het netwerk van schimmeldraden afkomstig van paddenstoelen, het mycelium. De schimmel groeit op zowel organische als synthetische afvalstromen. Door de omgevingstemperatuur te veranderen, stopt de schimmel met groeien en produceert het een soort huid die hem onder andere tegen bosbranden beschermt. “Het is dus gewoon leren hoe de natuur werkt en daarop inspelen”, aldus Sayed.
2. Nooit meer slopen
Plantaardige grondstoffen bieden een mooie oplossing voor nieuwbouw, maar wat te doen met de gebouwen die er al staan? Daar heeft Michel Baars, oprichter en eigenaar van New Horizon Urban Mining, een antwoord op. Zijn bedrijf behoort inmiddels tot de 5 procent grootste slopers van Nederland. Baars ziet zichzelf echter niet als sloper, maar als materialenleverancier die de gebouwde omgeving als een grondstoffenmijn ontgint.
Samenwerking staat centraal voor Baars. Zo werkt hij samen met anderen aan innovatieve technieken die hoogwaardige recycling van traditionele bouwmaterialen mogelijk maken. Dat is al gelukt voor beton, baksteen en bitumen. De gerecyclede materialen die Baars mijnt of produceert en vervolgens aan klanten levert, mogen niet onderdoen voor hun lineaire evenknieën. “98 procent van mijn klanten heeft geen circulaire ambitie. En dat vind ik prima”, aldus Baars.
3. Een demontabel kantoor
Het nieuwe hoofdkantoor van Triodos Bank bestaat uit drie torens van verschillende verdiepingen met een houten constructie, afgedekt met groene daken en omhuld met een glazen gevel. Iets wat niet direct in het oog springt, maar net zo bijzonder is: het gebouw is demontabel. Dat betekent dat het gebouw volledig uit elkaar te halen is, waarna de materialen opnieuw gebruikt kunnen worden.
Architect Thomas Rau noemt het gebouw hét voorbeeld van circulariteit. Het is volgens hem het eerste gebouw wereldwijd met 100 procent circulaire potentie. “Potentie, niet circulair”, benadrukte hij in een eerder gesprek. “Want als er in de toekomst alsnog een sloopkogel door die tent heengaat dan is de circulariteit weg. Het ligt aan de mens of die deze circulaire potentie ooit gaat activeren.”
4. Een datingsite voor materialen
De transitie naar een circulaire economie vraagt om grote veranderingen, zoals manieren om grootschalig grondstoffen hoogwaardig her te gebruiken. Om daarop in te spelen richtte Maayke Damen samen met Christian van Maaren de start-up Excess Materials Exchange op.
“Ik las dat 95 procent van de materiaalwaarde verloren gaat na enkel gebruik en dat choqueerde mij”, vertelt Damen. Ook wijst zij erop dat de wereldwijde afvalberg naar verwachting nog met 70 procent stijgt tot 2050. Daarmee gooien bedrijven letterlijk geld weg, want er is geld te verdienen met afval. “Er ligt een financiële kans en die kans pakken we op dit moment helemaal niet.”
Excess Materials Exchange wil die kans wel pakken door vraag en aanbod van materialen aan elkaar te koppelen. De start-up zoekt naar de beste match: de match met de meest hoogwaardige hergebruikspotentie. Een goede match levert financiële winst én meerwaarde voor het milieu op.
5. Circulair leven stimuleren
In een circulaire economie bouwt én leeft men circulair. Dat is ten minste hoe Eric Frijters van Fabrications dat ziet. Zijn ontwerpbureau maakt onderdeel uit van het Bajes Kwartier-ontwerpteam. Daarmee draagt hij bij aan de circulaire herontwikkeling van het voormalige Amsterdamse gevangenisterrein.
‘We moeten er gewoon mee beginnen en er beter in worden’
Snappen hoe steden werken en hoe mensen daar gebruik van maken, is een belangrijk uitgangspunt voor Frijters. “Vanuit dat begrip nieuwe ontwerpvoorstellen doen die het makkelijker maken om duurzaam te leven.” Dat is zijn doel. In het Bajes Kwartier brengt de architect deze visie in de praktijk. Bijvoorbeeld door integratie van deelsystemen en het bieden van lokale afvalscheidingsmogelijkheden worden de toekomstige bewoners gestimuleerd om duurzamer te leven.
Op het gebied van circulariteit valt er nog een hoop te leren, zei Frijters eerder. Dat moet ons er niet van weerhouden om ermee aan de slag te gaan, vindt hij. “Volgens mij moeten we het gewoon oppakken ermee beginnen en er beter in worden.”